Geheime leven van de little five
Vroeg in de ochtend word ik opgehaald voor de Living Desert Adventure. Samen met Tommy van Tommy’s Tour en Safaris ga ik tussen Walvis Bay en Swakopmund op zoek naar de little five. Zodra we de woestijn bereiken, stopt Tommy om zijn banden leeg te laten lopen voor extra grip op de zandduinen. Terwijl ik foto’s maak, is Tommy opeens uit beeld verdwenen. Voordat ik het door heb, zie ik hem in de verte naar mij wuiven dat ik zijn kant op moet komen. Tommy heeft een woestijngekko gevonden; het beestje lijkt zo uit een fantasieboek gekropen met zijn bijna doorzichtige huid in de kleuren bruin, roze, blauw en geel. Hij heeft vliesjes tussen zijn poten, waardoor hij snel kan rennen over het zand en zichzelf goed in kan graven ter bescherming tegen de brandende zon. Het komt tijdens deze safari meerdere keren voor dat Tommy mij op allerlei sporen wijst, terwijl ik toch echt alleen maar zand zie. Totdat ook ik de vage strepen in het mulle zand zie. Hij vertelt dat hier kortgeleden een slang is geweest en we speuren samen de omgeving af, maar helaas is het serpent ons te slim af geweest.
We rijden verder door de woestijn en wanneer Tommy stopt, vindt hij altijd wel iets. Soms rent hij opeens over een duin, duikt eroverheen en komt dan lachend terug met zijn hoed in zijn hand. Het is elke keer een verrassing wat erin zit, de ene keer is het een shovel-snouted lizard en de andere keer een hoornratelslang. Tommy legt de hoornratelslang bij mijn voeten zodat ik hem goed kan bekijken, tenminste voor zo lang hij daar blijft liggen. De slang begint namelijk meteen zijlings over het zand te bewegen, waarbij hij zo min mogelijk het hete zand aanraakt. Tommy pakt de slang weer op alsof het niets is, en brengt hem naar een veilige plek. We rijden verder en Tommy vertelt dat hij uitkijkt naar de Namaqua chameleon, het vierde woestijndier van de little five. Hij stopt de auto en ziet hem direct zitten, terwijl mijn ongeoefende oog eerst alleen een aantal stenen ziet. De kameleon lust wel een worm of twee, die Tommy als brunch heeft meegenomen. Langzaam verandert het diertje van hagelwit naar zwart wanneer hij zich voortbeweegt vanaf het zand naar een donkere steen. Nummer vijf van de little five, de cartwheeling spider, blijft tijdens ons bezoek verstopt. `
Zwevend door de Namibwoestijn
Ik zweef bijna op mijn quad terwijl ik een beetje extra gas geef in deze halfpipes van zand. Je moet wel hard blijven doorrijden, anders kom je vast te zitten in de ongerepte duinen van de Namibwoestijn. Het voelt als een racebaan terwijl ik de rest van de groep probeer bij te houden. Soms verdwijnt iemand opeens achter een heuvel en ik realiseer me: daarachter gaat het steil naar beneden. Eenmaal boven voelt het alsof je loodrecht naar beneden zal storten, hoewel je weet dat er onderaan weer gas gegeven moeten worden, omdat de volgende heuvel alweer in het zicht is. De oranje duinen flitsen voorbij en het dringt tot mij door hoe bijzonder dit landschap is. Het voelt alsof ik op de maan aan het racen ben; zonder zwaartekracht en zonder besef van tijd, waardoor deze quadrace letterlijk en figuurlijk voorbijvliegt.
Het stof sla ik van mijn broek en ik rijd door naar Pelican Point. Ik overnacht pal naast de vuurtoren, die zich tussen de lagune van Walvis Bay en de oceaan bevindt. Hier liggen de niet zo schuwe jakhalzen bijna voor je hoteldeur, terwijl verderop de zeehonden aan het zonnebaden zijn in de ondergaande zon. De volgende ochtend hangt er een mystieke mist over de afgelegen plaats, een prachtige setting om te gaan kajakken. De kajak is nog niet in het water of de eerste zeehonden zijn al op verkenningstocht. Ze springen speels voor de kajak uit het water en verderop zie ik een ander soort vin omhoogkomen. Het zijn jagende dolfijnen, wat een prachtige achtergrond vormt terwijl de zeehonden mijn peddel onderwerpen aan een nauwkeurige inspectie. Ik moet bijna slalommend voorbij de zeehonden wanneer ik terug aan wal wil voor een bakje koffie.
Woestijnolifant in de achtertuin
De reis naar Damaraland op zich is al bijzonder, er zijn onderweg flamingo’s te zien op de voorgrond van een zware industriële setting. Dit illustreert dat in Namibië mens en dier naast elkaar proberen te leven en dat de scheidingslijn dun is. Deze afgrenzing is ook tussen de woestijnolifanten in Damaraland en de lokale bewoners te zien, alleen krijgen zij hulp van de Elephant Human Relations Aid (EHRA). De EHRA brengt het leven van de olifanten daar in beeld en weet zo precies welke boerderijen eventueel bescherming moeten krijgen. De olifanten gooien namelijk weleens de watertanks van de bevolking om, wanneer zij op zoek zijn naar water. Dit heeft een grote invloed; water is niet vanzelfsprekend in Afrika! Omdat de EHRA precies weet via welke wegen de olifanten zich bewegen, kunnen zij een dergelijk conflict tussen olifant en mens voorkomen zodat zij naast elkaar kunnen leven. De EHRA bouwt bijvoorbeeld met vrijwilligers muren om de watertanks zodat de olifanten hier niet bij kunnen en zorgt er gelijk voor dat de olifanten elders kunnen drinken. Ook verzorgt EHRA educatie over de olifanten op lokale scholen, zodat de toekomst van deze woestijnolifant hopelijk gewaarborgd blijft.
Ik verblijf in het kleinschalige tentenkamp van Ozondjou Trails, dicht bij het kamp van de EHRA. Ozondjou Trails is erg trots op zijn groene naam, zo werken de elektriciteit en waterpomp bijvoorbeeld op zonne-energie. Het kamp ligt aan de Ugab-rivier, die tijdens het bezoek droog staat. De bevolking wacht met smart op de regen, dit is namelijk van invloed op de oogst en het veevoer. De voorspellingen lijken gunstig; er zijn wolken te zien en het is elke ochtend mistig wat zou kunnen betekenen dat er regen in de lucht hangt. De volgende ochtend is het echter nog steeds droog wanneer Mattias en Hendrick van EHRA mij komen ophalen om op zoek te gaan naar de woestijnolifant. De olifant heeft zich goed aangepast aan het leven in de semiwoestijn van Damaraland. Op dit moment zijn er nog 27 olifanten in het gebied en Mattias en Hendrick vinden algauw de eerste olifant door middel van sporen en observatie van ontlasting langs het pad. Niet lang daarna staan we met onze fourwheeldrive midden in een groep etende olifanten. De olifanten lijken niet onder de indruk van de auto en er kan ongestoord geobserveerd en gefotografeerd worden. Op de terugweg stoppen we bij een boer met geiten. Hij vertelt dat hij nog nooit last heeft gehad van de olifanten. Gelukkig maar, want hij heeft acht kindermonden om te voeden en het zou een regelrechte ramp zijn als zijn watertank wordt omgegooid.
Die middag rijd ik voor een safari naar Epacha, een reservaat dat grenst aan het grote Etosha National Park. Aan het einde van de dag heb ik zes giraffen, een liefdeskoppel van secretarisvogels, ontelbare zebra’s en springbokken gezien. Ik sluit af met een heerlijke sundowner, een zachte blauwroze lucht en springbokken die voor de laaghangende zon voorbijrennen. Wat wil een mens nog meer?
Oog in oog
Voor zonsopgang vertrek ik vanuit Epacha Game Lodge & Spa richting Etosha National Park. Dit is het bekendste nationaal park van Namibië waar veel dieren te spotten zijn. De opkomende zon begeleidt mij naar de ingang van het park, waar de eerste giraffen al te zien zijn. Ik hoop vooral op leeuwen deze ochtend, omdat die het meest actief zijn in de schemering. Voor 09.00 uur heb ik al een heleboel zebra’s, giraffen, struisvogels en een koedoe gespot, maar nog geen leeuwen.
Dieper in het park loopt de route langs een grote zoutvlakte. Deze zoutvlakte beslaat bijna een kwart van het park en was vele miljoenen jaren geleden een meer. In het regenseizoen loopt dit meer weer vol met water en zijn er duizenden flamingo’s te vinden, wat vast voor sprookjesachtige taferelen zorgt. De afgelopen dagen heeft het in Etosha wel geregend, maar niet zodanig dat de zoutvlakte is volgelopen. Voor nu vormt de witte zoutvlakte een prachtig contrast met het voorliggende groen, waar de zebra’s en wildebeesten aan het grazen zijn. Etosha is verder prachtig uitgestrekt en bijna net zo groot als de helft van Nederland. Je kunt je hier makkelijk meerdere dagen vermaken en verblijven in de verschillende lodges in en rondom het park. Je kunt onder andere gemsbokken, wildebeesten, springbokken, struisvogels, leeuwen, olifanten, giraffen, zebra’s en neushoorns tegenkomen. Ondanks dat er aangelegde waterpoelen zijn, geldt survival of the fittest hier als geen ander, wat bevestigd wordt als ik aan het einde van de dag vier leeuwen de auto tegemoet zie lopen.
Sloom bewegen ze zich voort met hun dikke buiken, vol en rond gegeten aan een verse kill. Het schuim staat hen op de bek en zodra de leeuwen maar even de kans krijgen om af te koelen in de schaarse schaduw van dit landschap, doen zij dat. Desalniettemin lopen zij doelgericht naar waar zij willen zijn; het verfrissende koele water om de dorst na alle inspanning lessen. De leeuwen laten zich niet afschrikken door de auto, integendeel. Het is alsof zij er dwars doorheen willen lopen, een van hen kijkt mij recht in de ogen aan en lijkt te denken: het is dat ik al gegeten heb, anders was jij een lekker toetje geweest. Ik voel in mijn hele lichaam dat ik recht tegenover een groot roofdier sta. Wow.
Ik kan ze bijna aanraken..
In Okonjima National Park vangt AfriCat cheeta’s op die bijvoorbeeld gewond zijn geraakt in het wild of als welp zonder moeder zijn gevonden. Helaas kunnen de opgevangen cheeta’s niet meer teruggezet worden in het wild, maar alleen in beschermde parken. Zij zijn te veel gewend geraakt aan mensen. Het gevolg is dat ik de dieren van dichtbij kan zien en dat ik soms zelfs uit de auto mag stappen om ze tot slechts tien meter afstand te benaderen.
Na dit korte bezoek vertrek ik richting Mount Etjo Safari Lodge. Deze lodge bevindt zich aan een van de vele waterpoelen die het park Okanjati Wildlife Sanctuary rijk is. Wanneer ik op een bankje aan het water ga zitten en naar de overkant kijk, zie ik een ogenschijnlijk grote steen in het water bewegen. Langzaam komen er een snuit en twee ogen naar boven en ontwaren zich daar drie volwassen nijlpaarden met een baby. Het tafereel ziet eruit als een ochtendritueel; het jong speelt en hapt naar de volwassenen, die het ontspannen ondergaan en relaxed wakker lijken te worden. Eenmaal op de waterkant zie ik pas hoe imposant nijlpaarden zijn. Ik had niet zomaar bedacht dat zij wel 45 kilometer per uur kunnen rennen.
Op de laatste ochtend van de reis pik ik een last-minute safari mee, want in dit gebied zitten neushoorns en die heb ik nog niet gezien. Wederom vertrek ik vroeg en na een kwartier rijden zijn er al giraffen en olifanten bij een waterpoel te spotten. Achter de groep olifanten staan neushoorns, zij wachten totdat de olifanten plaatsmaken bij het water. Omdat de olifanten ruim de tijd nemen, verplaatsen de neushoorns zich naar de schaduw onder de lage bomen. Rustig volgen we de neushoorns en zodoende kunnen we heel dichtbij komen. De auto wordt stilgezet en ik drink een bak koffie op niet meer dan drie meter afstand van deze prachtige dieren. Wat een ontzettend mooie afsluiting bij zonsopgang.