Tijdens de landing kunnen we vanuit het vliegtuig de enorme bergpartijen al aanschouwen. Witte toppen met groene dalen, een prachtig gezicht. Vanaf Innsbruck is het ongeveer een half uur rijden naar Mieders, een authentiek Tirols dorpje waar we de komende dagen verblijven. We slapen in een typisch Oostenrijks familiehotel waar het personeel in klederdracht loopt en waar we na een actieve dag kunnen ontspannen in de sauna en het zwembad.
Klettersteigen
We hebben ons niet echt ingelezen in de activiteiten die we dit weekend ondernemen. Dat zorgt voor een flinke shock op de eerste dag. Op het programma staat Klettersteigen. Of Via Ferrata, hoe het ook wel wordt genoemd. Een klettersteig is een met ijzeren ladders, traptreden en stalen kabels gezekerde klimroute op een natuurlijke rotswand. Samen met berggids Robert en onze speciale uitrusting (een helm, een borst- en zitgordel met een kabelbeveiliging) vertrekken we met de 3S Eisgratbahn naar de Fernau Express, de berg die we gaan beklimmen. Vanuit de gondel wijst Robert de berg al aan en legt uit: de totale klim is zo’n tweehonderd meter, heeft delen met de hoogste moeilijkheidsgraad en duurt ongeveer twee uur. Paniek breekt uit, want het idee dat ik de hele tijd aan een stuk rots bungel zonder vaste grond onder de voeten gaat niet écht goed samen met mijn hoogtevrees. Nadat we de techniek hebben geoefend op een klimrots, is het dan toch echt zover. Met knikkende knietjes gaan we de uitdaging aan. Eerlijk is eerlijk, er zijn momenten dat we de handdoek in de ring willen gooien. Ik vind het werkelijk doodeng en barst bijna in huilen uit. Maar op het moment dat we de top bereiken, zijn we meer dan trots en kunnen we alleen maar zeggen: “Wat was dit fantastisch!”. De terugtocht naar het dal duurt nog een klein uur. Het is een mooie wandeltocht langs een bergmeer en kuddes bergschapen. En dat ondanks de grauwe dag die de omgeving ook wel weer iets bijzonders geeft.
Free as a bird
Het indrukwekkende landschap maakt Stubaital, bestaande uit drie skigebieden, tot een perfecte locatie voor paragliders en deltavliegers. Dit is het letterlijke hoogtepunt van de trip. Het weer is prachtig en de hoogtevrees hebben we gister al overwonnen. Samen met de heren met wie we de tandemsprong wagen, begeven we ons met de gondel naar boven. Daar aangekomen krijgen we een korte uitleg, worden we in ons harnas vastgezet en rennen we zo hard mogelijk de berg af. Door de thermiek kunnen we zo’n twintig minuten zweven als ware vogels.
Terug met beide benen op de grond springen we vrijwel direct in de boot om te gaan raften. Uiteraard ook eerst weer met de nodige instructies over het dragen van de boot, wat je moet doen als je eruit valt en hoe je moet roeien. Maar vooral dat je moet luisteren naar de commando’s van de stuurman omdat het anders mis kan gaan. Dat is niet heel ingewikkeld; ze bestaan enkel uit ‘right’, ‘left’ en ‘stop’. Je zou denken dat dit tijdens het raften zelf ook geen problemen oplevert. Tenzij je door de steno-woorden de slappe lach krijgt en je peddel bijna in de rivier laat vallen. Dat resulteert in een standje van de stuurman, het is natuurlijk behoorlijk serieuze business. Wat gaandeweg echt wel zo blijkt te zijn. Door de grote hoeveelheden smeltwater van de skipistes zijn er delen van de rivier behoorlijk wild en moet er hard gepeddeld worden. Gelukkig komen we heelhuids aan bij de eindbestemming waarna we ons nog even in het water laten zakken om een stukje met de stroming mee te drijven.
Geluksmomentje
Op de laatste dag vertrekken we naar Fulpmes om met de gondel naar het gebied Schlick 2000 te gaan. Er zijn verschillende wandelroutes in dit gebied. Wij kiezen ervoor om niet naar beneden te wandelen maar op de berg te blijven. Vanaf de lift is het een klein half uurtje lopen naar uitzichtplatform StubaiBlick waar we alleen maar staan, genietend van het uitzicht op de ruige bergen en de paragliders die door de lucht zweven. Wat een rust, wat een waanzinnig weekend, en wat een fantastische omgeving. We zijn allebei verkocht!”