“It’s showtime!”. Hiphop overstemt de voortdenderende metro. Vier jongens in trainingspak, pet achterstevoren op het hoofd, springen op. Metroreizigers kijken even verstoord op, maar duiken snel terug in hun mobieltje of capuchon; alsof dit dagelijkse kost is. In het gangpad geven de jongens een indrukwekkend breakdance-showtje weg. Wij kijken gefascineerd toe.
New York, maar dan anders
Het is tijd voor de wijk vol beloftes, op zoek naar het rauwe randje van de verder zo geoliede stad: we zijn op weg naar The Bronx. De metrorit brengt ons al helemaal in de stemming. We stappen uit bij halte 149th Street. Dit is Zuid-Bronx, op nog geen kwartier van Central Park vandaan. Volgens de boekjes het armste deel van de wijk. Luidsprekers tetteren aanbiedingen van winkels in de oren van passanten. We zien veel Latino’s, Afro-Amerikanen en vrouwen in leggings. Hier geen glamour, hooguit wat glitters van goedkope kledingstalletjes op straat. Kruidige geuren uit foodtrucks mengen zich met uitlaatgassen van het verkeer. En bovenal: geen yellow cab te bespeuren. Wel op bijna iedere straathoek een patrouillewagen van de NYPD. Te midden van deze georganiseerde chaos vind je het statige Opera House Hotel (436 E 149th St.) als baken van rust. Vroeger een operagebouw in art-decostijl, nu onze comfortabele verblijfplaats voor de komende dagen.
Onvervalst
De ‘Bronxies’ zijn praatlustig en wijzen ons, schaarse toeristen, graag op wat hun wijk te bieden heeft: de Botanische Tuin, met bomen en planten uit de tijd dat New York werd gesticht. The Bronx Zoo, Amerika’s grootste stadsdierentuin. Little Italy – ‘die in Manhattan is er niks bij’. En natuurlijk de honkbaltempel Yankee Stadium, genoemd naar de vele Jan-Kees’en toen New York nog Hollands was.
“The Bronx is het meest authentiek en trots van alle ‘boroughs’ in New York,” zegt Paul Ramirez, 36 jaar en geboren en getogen in The Bronx. Hij is eigenaar van The Bronx Beer Hall in Arthur Avenue Retail Market (2344 Arthur Ave.). Terwijl hij een paar speciaalbieren met hapjes voor ons klaarzet om te proeven (‘Beer blood orange pale ale!’) somt hij nog meer unicums op van zijn wijk: ”The Bronx is de enige wijk in New York met een lidwoord ervoor. We zijn als enige verbonden met het vasteland. Hiphop is hier geboren. Breakdance ook, met the Rock Steady Crew. Ralph Lauren, Calvin Klein, Martin Scorsese, Al Pacino, Stanley Kubrick, J-Lo: allemaal komen ze hier vandaan.” Proost. Het is de eerste stop van onze food-tour door Little Italy met gids Brian Hoffmann van Urbanadventures.
Op Arthur Avenue wemelt het van de restaurants en speciaalzaken. In de wijk is slechts één supermarkt te vinden.McDonalds en Subway kwamen en… vertrokken weer! “Want geen Italiaan die er maar over peinst om daar te eten, als je ook dit kunt krijgen,” zegt gids Brian als hij de deur opent van Calabria Porkstore (2338 Arthur Ave.). Kilo’s keurig gedraaide worsten, saucijzen en biefstuk liggen in de vitrines. Zelfs aan het plafond hangt worst. Soms voor wel 750 kilo. Bij Mario’s restaurant (2342 Arthur Ave.) vraagt Brian wie het boek The Godfather heeft gelezen. In dit restaurant speelde zich namelijk een cruciale scène af, waarin Michael Corleone een politieagent en een gangster doodschiet. ”Kom je hier eten, dan waan je je in de vijftiger jaren, met obers die nog in pak met hun karretje vol toetjes langs tafels komen. Francis Ford Coppola wilde hier ook filmen, maar de eigenaar weigerde: ‘Ik wil dat mensen hier komen om mijn eten, en niet om een of andere film’. Briljant!”.
Trip down memory lane
Terwijl we onze wandeling over Arthur Avenue voortzetten, vertelt Brian over de massa’s Europese migranten die rond 1900 naar Amerika kwamen, op zoek naar een beter bestaan. We stappen een Joodse kruidenierswinkel binnen van The Teitel Brothers (2372 Arthur Ave.). In het kleine zaakje is het alsof de tijd heeft stilgestaan. Overal liggen stapels zeep, olie, kazen, olijven in kratten en schappen. Gilbert Teitel, tweede generatie, laat ons kaas proeven en vertelt bij een muur vol zwartwitfoto’s. “Dit was mijn vader, een jood uit Oostenrijk. Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ging hij zijn neef in Amerika achterna. Hij heeft de crisis van 1929 en de drooglegging doorstaan. En wij rooien het nog altijd.” De meeste klanten zijn verhuisd naar ruimere wijken en grotere huizen. Maar ze komen nog elke week terug om hier hun boodschappen te doen. ”Het is te hopen dat de ondernemers blijven en vasthouden aan hun tradities.”
Tommy Addeo (56) is ook verhuisd, naar de Noord-Bronx. Hij komt brood kopen bij bakkerij Addeo (2352 Arthur Ave.). Inderdaad, familie. “Mijn ouders zijn verhuisd toen het te onrustig werd om ons heen.” Tommy doelt op de Bronx-branden in de jaren 70, na de aanleg van de Cross Bronx Expressway. Die werd aangelegd dwars door The Bronx, waardoor duizenden mensen hun huizen moesten verlaten. De rijken trokken naar het noorden, de armen bleven achter. Werkloosheid en criminaliteit zorgden voor een explosieve sfeer. “Mensen staken hun woning in de fik, uit protest of om verzekeringsgeld op te strijken. Overal zag je ingeslagen ramen,” vertelt Tommy. “Behalve in Little Italy. Hier bleef het relatief rustig. Wij Italianen zorgden voor elkaar, hielden een oogje in het zeil.” Fluisterend: “Ik haat het om te zeggen, maar… de maffia hè.”
Opmars van The Bronx
De volgende dag, na een bezoek aan de prachtige kassen in de Botanische Tuin (2900 Southern Blvd.), drinken we een Bronx-biertje in Mott Haven Bar (1 Bruckner Blvd.), een smaakvol ingericht café aan de haven. Jong, middelbaar en oud, hip en klassiek, alles is hier vertegenwoordigd. Uit de boxen klinkt R&B en hiphop, helemaal in de sfeer van waar we zijn. The Bronx bevalt ons! We zijn onder de indruk van de saamhorigheid en trots van de inwoners. Komt het omdat ze iets te verdedigen hebben, de hardnekkige vooroordelen moeten aanvechten? En zou zoiets dan verloren gaan als de wijk opbloeit en alles steeds meer op elkaar gaat lijken? “The Bronx is inderdaad voorzichtig begonnen aan een opmars. In ieder geval in de hoofden van mensen,” nuanceert kunstenares Nathalie Wood. Ze is ‘artist in residence’ van het Arthur Freeman House aan de Grand Concourse (nr 1125). In wat ooit een chique mansion van kunstliefhebber Arthur Freeman was, zit tegenwoordig een kinderopvang, een bed & breakfast en achttien kunstenaars die The Bronx een warm hart toedragen.
Voor Paul Ramirez van The Bronx Beer Hall is het helder: “Als ze in 1974 in de gaten hadden gehouden wat hier gebeurde met hiphop, wat een miljardenindustrie is geworden, dan was het hier heel anders gelopen. Ze zagen het niet, vergaten ons en maakten The Bronx tot het afvoerputje van de stad. Maar zie: The Bronx is authentiek gebleven. Het is tijd om The Bronx het respect te geven dat de wijk verdient.”