Wij houden van actieve vakanties: fietsen of hiken, het geeft een andere draai aan je reis. Wij proberen dit op bijzondere en verre bestemmingen te doen. Inmiddels hebben wij in Suriname en Nicaragua gefietst, en onze wens was om nu richting Azië te gaan. Vervolgens kwamen wij deze route – een vrij rustige route – tegen en het sprak ons erg aan. Het weer in november in Laos leent zich trouwens prima voor zo’n tocht; het reisbureau heeft ons daarover goed geadviseerd.
Startpunt in de voormalige hoofdstad
De Koningsweg ligt tussen de koningssteden Luang Prabang en Vientiane en loopt door tot in Thailand. Wij kozen ervoor om het stuk in Laos in zeven dagen te fietsen. Het is een bekende route maar niet zo een die op onze bucketlist stond. De reis hebben wij gecombineerd met een trekking. Daarmee begonnen wij in het noorden van Laos, met aansluitend deze fietstocht. Onze fietsen stonden klaar in Luang Prabang, geregeld via de organisatie. Uitstekende fietsen! Tijdens de tocht werden wij begeleid door een gids die achter ons aanreed met een auto waar ook onze bagage mee vervoerd werd; een fijne bijkomstigheid. De mensen in Laos spreken nauwelijks of geen Engels, dus een tolk kwam vaak goed van pas. Daarnaast wist hij ook mooie plekjes en fijne tips te geven, absoluut van toegevoegde waarde. Onze fietstocht startte in Luang Prabang, de voormalige hoofdstad van Laos. Het centrum van dit stadje ligt op een schiereiland tussen de rivieren Mekong en Khan. De stad is gezegend met een mix van vele prachtige, eeuwenoude tempels en Franse villa’s uit de koloniale periode van Laos. Die combinatie maakt deze stad tot een unieke plek. De eerste paar dagen brachten wij hier door, want er is genoeg te zien en te doen. Wij maakten mooie tochten in de omgeving, bezochten de zestig meter hoge Kuang Si waterval, en struinden door de stad. Je bent helemaal omgeven door authentiek Laos. Een schitterende start van onze tocht.
Afdalend naar het hoogtepunt
Vanaf Luang Prabang zakten wij af, letterlijk en figuuurlijk, want het eerste deel van de fietstocht start op een hoog punt met veel afdalingen als gevolg. Het bleek direct het hoogtepunt van deze reis te zijn. Het landschap was zo mooi, met uitzichten op ruige valleien en steile bergkammen. Op de route fietsten wij langs vele H’mong-dorpen – waar de tijd stil lijkt te staan – en sliepen wij in eenvoudige hostels en hotels, dicht bij de lokale bevolking, erg bijzonder. Tussendoor stopten wij in Vang Vieng, een mooi plaatsje en net zoals Luang Prabang toeristisch maar zeker de moeite waard. Wij zijn daar een dag extra geweest en hebben gekanood en grotten bezocht, even een onderbreking van het fietsen. Gemiddeld fietsten wij namelijk tussen de vier à zes uur per dag, dus twee dagen iets anders doen is dan een leuke afwisseling.
Uitzicht op de gigantische tand
De route van Vang Vieng naar Kasi had een aantal langere en korte beklimmingen. Op het hoogste punt troffen wij een restaurant aan met het mooiste uitzicht van deze tocht. Daarna volgde weer een lange afdaling met prachtige vergezichten op de – op een gigantische tand lijkende en uit het laagland oprijzende – 1.990 meter hoge Phu Samliam. De weg naar Vientiane werd steeds vlakker en dit laatste gedeelte van de fietstocht was daardoor ook iets minder spannend en langzaam. We merkten dat we dichter bij de stad kwamen; de wegen werden iets drukker.
Het beginstuk van de fietsroute, door de bergen, de natuur en langs bezienswaardigheden, is ons het meest bijgebleven. Weinig mensen fietsen deze route, maar het is een absolute aanrader. De wonderschone natuur en het zeer geringe aantal auto’s in Laos maken het land tot een waar fietsparadijs. Ons volgende avontuur gaan wij in november beleven: de fiets laten wij dan thuis om te hiken in Patagonië, Zuid-Amerika.
Conditie
Wij hebben beiden een redelijke conditie door het sporten. Dat is handig, maar voor deze route hoef je geen marathon loper of fanatiek wielrenner te zijn; een basisconditie volstaat.