“Als wij een rondje gaan fietsen komen we in drie uur geen stoplicht tegen”
De aanleiding was een wervings-advertentie voor waarnemende huisartsen in Nieuw-Zeeland. Meer tijd voor je patiënt, minder administratie, betere financiële vergoeding en een heerlijke laid-back lifestyle; het werd
een serieuze gedachte. Na een initiële rondreis door het land aan de bum-site of the world werd ons al snel duidelijk dat dit een land was waar wij prima een jaar konden doorbrengen. De stap was zo gezet. Via de overheidsorganisatie die huisartsen naar Nieuw-Zeeland haalt, ben ik aan een baan gekomen en hebben we ons in Cambridge gevestigd. Het cliché ‘Oh, die komen nooit meer terug’, was waar. Na het eerste jaar waren we er gewoon nog niet aan toe om retour naar Nederland te gaan dus we bleven nog even. We hadden op dat moment beiden een leuke baan en Sammie had het erg naar haar zin op school. Ze sprak al beter Engels dan Nederlands.
Drie jaar later
Ondertussen wonen we hier drie jaar en hebben we een residency visa. Een visum krijgen is een heel gedoe. Zeker drie à vier jaar geleden, toen er nog geen goede Immigration NZ-website was. Toen we na twee jaar besloten langer te blijven, bleek bij onze residency-aanvraag dat we de verkeerde box hadden aangevinkt op de allereerste work visa-aanvraag. Met hetzelfde formulier maar een ander vinkje hadden we na twee jaar de mogelijkheid gehad om direct door te stromen naar een residency visa. Nu moesten we helaas een ander soort aanvraag indienen om een verblijfsvergunning te verkrijgen. Daarvoor moest de Engelse taaltest IELTS opnieuw worden gedaan, want
die was maar twee jaar geldig. Frustraties alom: een boel formaliteiten, veel vertraging en hoge kosten. Gelukkig is de website nu een stuk beter, maar nog kan ik iedereen aanraden om de volledige immigratiehandleiding door te nemen voordat je een aanvraag indient. De kleine lettertjes staan vaak niet op de website en wel hierin. Op mijn blog kun je een directe link vinden.
Outdoor paradise
We wonen momenteel bij Lake Karapiro, in de provincie Waikato. Prachtige omgeving als je van fietsen, roeien en buiten zijn houdt. We vinden het klimaat prettiger dan in Nederland; wij houden niet zo van de kou en hier zijn de zomers langer en de winters milder. We hebben veel regen vergeleken met sommige andere gebieden in NZ, maar het meeste valt ’s nachts. Nadeel van NZ is dat centrale verwarming, zoals we dat kenden, hier (nog) niet echt bestaat. De meeste huizen zijn ouder, van hout en niet goed geïsoleerd. Verwarming gebeurt middels houtkachels, olieradiatoren en de hier welbekende heatpump. Een airconditioning, maar dan met warme lucht. Wij wonen zelf gelukkig in een nieuwer huis met isolatie, maar slechts één heatpump. Het kan in de winter dan ook best koud zijn in de rest van het huis. Wij huren ons huis momenteel omdat kopen niet de belastingvoordelen biedt zoals in Nederland en je wel een flinke aanbetaling moet doen voordat je een hypotheek krijgt. Nog even doorsparen dus.
GP in NZ
Het werk bevalt ons allebei goed. Het tempo is lager en aangenamer. Ik krijg als huisarts (general practitioner, ‘GP’) vijftien minuten de tijd per consult, waar dat in Nederland tien minuten was. En we hebben pauze. In Nederland haastte ik mij vaak tussen de ochtend- en middagspreekuren langs de huizen waarvoor visites waren aangevraagd. Ik ben nu redelijk flexibel met de indeling van mijn werktijden en heb zo samen met mijn partner een mooie balans gevonden in werk, gezin en onze hobby racefietsen. Wat ons erg opviel was het sociale verschil tussen de Nieuw-Zeelandse en Nederlandse cultuur: op werk, maar ook privé. Allereerst zijn Nederlanders erg direct en hoewel respectvol, die eerlijkheid wordt niet altijd en overal gewaardeerd. Waar wij Nederlanders gewend zijn hard en efficiënt te werken, moet je dat hier niet te veel verwachten. Werk gaat om aanwezig zijn. Siebo werkt in loondienst en merkt dat goed. Persoonlijk denk ik dat de zogenaamde efficiëntie van Nederland een beetje is doorgeslagen, resulterend in de vele burn-outs die ik als huisarts zag. Die werkdruk was voor ons ook een reden om het rustiger aan te doen. Waar we nu zijn, is een zeer geschikte plek gebleken. Tevens zeggen wij Nederlanders vaak wat ons op het hart ligt. Dat moet je hier niet doen. Het is erg Engels en op “Hello, how are you?” word je niet geacht antwoord te geven, maar vriendelijk terug te zeggen “I am good, thanks and how are you?”. Dat was even wennen, omdat het vooral een stuk meer woorden zijn dan “Hoi!”, “Hallo!” of “Goedendag!”, zoals we normaal zeiden wanneer we bijvoorbeeld een winkel binnenkwamen. Op een bepaalde manier is het fijn die vriendelijkheid, maar het nadeel is dat je eigenlijk nooit precies weet wat de ander denkt en soms missen wij de Hollandse oprechtheid wel.
Waar het hart vol van is
Een andere motivatie om hier te blijven, was de kans om met high performance atleten te werken. In Nederland kies je je specialisatie als arts en daarbinnen kun je je wel een beetje verder specialiseren, maar er zijn vaak geen internationale titels aan verbonden. Binnen het systeem hier kun je vele verschillende post-graduate-opleidingen doen aan de universiteit. Ik heb een post-graduate in de sportgeneeskunde gedaan aan Queensland University in Australië. Met deze extra kwalificatie heb ik uiteindelijk een baan gekregen bij High Performance Sport New Zealand en nu werk ik naast mijn baan als GP als sport doctor met de atleten die NZ vertegenwoordigen bij grote internationale sportevenementen; van World Cups tot aan Olympisch Spelen. Recentelijk mocht ik mee naar de Youth Olympic Games in Buenos Aires als teamarts, een geweldige ervaring.
Op de fiets
Wij zijn graag buiten en hebben het racefietsen herontdekt. Nederland is nogal vlak en elke paar kilometer kom je wel bij een kruising of stoplicht wat niet ideaal is op de racefiets. Ik was lid van een leuke toerfietsclub voor we verhuisden, want dat is wat veel wordt gedaan: toer-racefietsen. Hier is het fietsen meer racefietsen. De fietsclubs hebben wekelijkse avonden waarop je kunt racen en er worden veel wedstrijden georganiseerd. Het is hier ook prachtig om gewoon rond te fietsen, maar het nadeel is dat de automobilisten er in veel gebieden nog niet op zijn ingesteld. Het is niet overal veilig en een helm is wettelijk verplicht. In Cambridge, waar wij wonen, is het gelukkig een bekend gezicht, een fietser langs de weg. We hebben zelfs een paar fietspaden! Je kunt wel stellen dat de Kiwi’s erg sportief en competitief zijn. Er is veel sport op scholen en Sammie kan haast elk semester iets nieuws uitproberen.
Weg in eigen land
In de vakanties gaan we vaak ‘weg in eigen land’, want tsja, je kunt hier zo verschrikkelijk veel leuke dingen doen. Pinguïns kijken in Dunedin, stomende geisers en vulkanische gebieden bezoeken rondom Rotorua, hiken in de bergen bij Mount Cook of Mount Taranaki, of naar de Tongariro Crossing voor een goede dagwandeling. Naar de meren bij Lake Tekapo of Wakatipu. Meerdaagse wandeltochten in de mooiste natuurgebieden bij de fjorden zoals Milford Sounds of Abel Tasman National Park. Naar het strand (waar de Kiwi’s erg van houden), walvissen kijken, zwemmen met dolfijnen-, wijn drinken in Marlborough of Otago, koffiedrinken in Wellington en vergeetvooral niet festivals zoals Art Deco festival in Napier. Het is drie uur rijden van ons huis naar een skigebied(je) en je vliegt eigenlijk overal zo naartoe. Hoewel wij al veel hebben gezien, zijn er nog zo veel plekken op onze bucketlist dat ik ons al met al voorlopig niet naar Nederland zie terugkeren.
Geen seconde spijt
We dachten op avontuur te gaan voor een jaartje om daarna weer in ons mooie Nederland verder te leven, maar tot op heden hebben wij hier nog geen seconde weg gewild. Het leven voelt hier langzamer en minder hectisch. We hebben allebei een goede baan, onze dochter heeft het naar haar zin op school en als wij een rondje gaan fietsen op de racefiets komen we in drie uur geen stoplicht tegen. Wat wil je nog meer?