Hannover is een van de grootste steden bij onze Oosterburen. Het geniet echter niet de faam van Berlijn, Keulen of Hamburg. In plaats van over de Autobahn richting de Duitse hoofdstad te racen, hou eens halt in deze stad met karakter dankzij haar historische centrum, hippe wijken en juist ja, haar verborgen pareltjes.
Der Tino
Gids Tino van Visit Hannover neemt me mee door de stad waar hij al jaren woont en werkt. Hij kent elk hoekje en geheim plekje van zijn woonplaats. “Wat wil je zien?” vraag Tino me. “Alles!” reageer ik enthousiast. Alles is wat lastig: Hannover is een grote stad en mijn verblijf is niet onbeperkt. “Laten we met het historische centrum beginnen,” stelt hij voor terwijl we de lobby van Grand Hotel Mussmann verlaten.
Met de wind op kop stappen we langs de oever van de Leine, de plek waar vermoedelijk in de tiende eeuw de eerste nederzetting ontstond. De Begijnentoren die teruggaat naar de veertiende eeuw staat in schril contrast met de bontgekleurde struise dames aan de andere zijde van het water. De zogeheten Nana’s van kunstenares Niki de Saint Phalle doen menig bezoeker fronsen.
De binnenstad is klein maar fijn. “Wat een prachtige vakwerkhuizen,” zeg ik. Tino kijkt bedenkelijk en reageert: “Niet origineel. Na de Tweede Wereldoorlog lag de stad in puin. Tijdens de wederopbouw werden restanten bijeengebracht om opnieuw een geheel te vormen”.
Bommen en granaten
‘De buik van Hannover’, de Markthalle, is een groot stalen bouwwerk met glas waar zo’n vijftig handelaren heerlijke delicatessen aan de man brengen. We houden er halt voor een snelle lunch om vervolgens door de snijdende wind onze weg richting de Aegidienkerk te vervolgen. Over historie gesproken. Waarschijnlijk stond hier in de tiende eeuw al een kapelletje, dat in de twaalfde eeuw werd vervangen door een basiliek die uiteindelijk uitgroeide tot een gotisch gebedshuis. Vermoedelijk een pracht van een gebouw. Een bommenhagel maakte in 1943 van de pracht en praal echter een ruïne. Ik kruip dieper in mijn kraag, terwijl de wind door het karkas van de kerk waait. Binnen de buitenmuren staar ik naar de gedenkplaats voor slachtoffers van oorlog en geweld. Om stil van te worden.
Moeilijk over het hoofd te zien: het nieuwe stadhuis. Begin twintigste eeuw begon men aan de bouw van dit pand. Ruwweg twaalf jaar later was de drassige grond verdwenen en Hannover een landmark rijker. Om aan de kou te ontsnappen, stappen Tino en ik door de zware deur naar binnen. De geschiedenisles gaat door. Mijn gids leidt me, middels maquettes in de pompeuze hal, door Hannover in het jaar 1689, 1939, 1945 en het heden.
Bottom’s up
“Kom,” zegt Tino en duwt me een café binnen. “Dit hoort erbij als je in Hannover bent.” “Dat valt nog niet mee,” lach ik zenuwachtig omdat ik het idee heb dat de halve kroeg me aankijkt. Terwijl de drank langs mijn kin en hand loopt, onderdrukt Tino zijn lach. Lüttje Lage – bier en schnaps in twee verschillende glazen – in een keer opdrinken is een ware kunst.
De volgende dag is de wind gaan liggen. Nu vallen er af en toe druppels uit de lucht. Getooid in een muts en gewapend met een paraplu wacht Tino geduldig op me in de lobby. Tijd voor meer Hannover.
Hebbedingen
“Dithmar’s Kaufhaus is een begrip in de stad. Alles waarvan je niet eens wist dat je het nodig zou kunnen hebben, is er te koop.” Op een binnenplaatsje duw ik een stalen deur open. Een muffe geur komt me tegemoet. Dit is de kringloopwinkel der kringloopwinkels. De gerimpelde eigenaresse ruikt net zo muf als haar inboedel, maar wat een feest om hier rond te struinen.
Het leek zo’n goed idee. Wonen, werken, winkelen: allemaal op een plek. Het Ihme-Zentrum was ooit een grote hit. Iedereen wilde er wonen. Ooit. Nu niet meer. Voor een flinke portie urban exploring is dit vrijwel verlaten complex een walhalla. Net na mijn bezoek sloot helaas het aan de overzijde gelegen Indiego Glocksee, een creatieve club. De met street art beschilderde gebouwen zijn gelukkig nog wel te bewonderen.
New Age
Vanuit het prachtige metrostation Kröpcke is het niet ver naar Linden, misschien wel een van de hipste wijken van de stad. Tino en ik struinen door Linden-Nord. Een plek waar creatie, street art en eigenzinnige ondernemers hand in hand gaan.
Hannover, in de zomer kom ik terug. Dan stap ik met Tino op de fiets om nog meer bijzondere plekken te ontdekken. Tot snel.