“Vanzelfsprekend verlaten we de stad niet zonder het 38 meter hoge beeld van Christus de Verlosser te bezoeken”
Rio, zien en gezien worden
Als je de woorden carnaval, voetbal, Christus de Verlosser en Copacabana hoort, dan denk je toch maar aan één bestemming: Rio de Janeiro. Naar Brazilië reizen en Rio overslaan, daarmee doe je jezelf en de stad tekort. Met hooggespannen verwachtingen verlaten we het vliegtuig. Rio staat met reden bekend als de stad van zien en gezien worden. Eenmaal aangekomen in het hotel verruilen we onze reisoutfit voor meer gepaste kledij. Flanerend langs de boulevard van Copacabana en Ipanema komen we erachter dat lang niet alle Carioca (inwoners van de stad) op de bij ons zo beroemde havaianas lopen. De spectaculaire ligging, tussen de bergen, geeft iets magisch aan de stad. Voor het perfecte uitzicht over Rio stappen we aan boord van de kabelbaan en aanschouwen de stad vanaf de Suikerberg. Jardim Botânico do Rio de Janeiro is een oase van rust, want laten we eerlijk zijn, het verkeer in Rio lijkt altijd door te gaan. Daarom is deze plek zo heerlijk. Geen gebrul van motoren, geen uitlaatgassen. Alleen maar stilte, omringd door prachtig natuurschoon. Vanzelfsprekend verlaten we de stad niet zonder het 38 meter hoge beeld van Christus de Verlosser te bezoeken.
Parels van de Pantanal
“Sterk spul hè, die Fisherman’s Friend,” grappen we tegen elkaar, als we met tranen in de ogen afscheid nemen van de Pantanal. Toegezongen door gitarist Kurikaka en zanger/fluitist Macaco die speciaal voor ons afscheid naar het hotel zijn gekomen. Onze trip door het grootste draslandgebied ter wereld vangt aan op de kleine luchthaven Campo Grande. Hier worden we onthaald door de enthousiaste en zeer kundige gids Ariel Albrecht, een beer van een kerel die iedereen in de Pantanal lijkt te kennen. “Dit is goed als je een zere keel hebt,” enthousiast toont Ariel een zak met voor ons westerlingen onbeduidende pitten terwijl hij intussen verder loopt over de Mercadão Municipal. Tussen kruiden, specerijen, cowboyhoeden, laarzen van struisvogelleer en de bekers en rietjes voor de Tereré baant onze gids zich een weg naar buiten. Hier stelt hij ons voor aan verkoopsters van de Terena-stam. “Ik koop wat fruit, dan kunnen jullie het proeven en verdienen zij ook een centje.” Deze man heeft niet alleen een groot lijf, maar ook een groot hart.
In Coxim, in de Braziliaanse deelstaat Mato Grosso do Sul, worden we met open armen ontvangen. Letterlijk. Daar moeten we wel in de klamme hitte 434 traptreden voor bedwingen, maar dan straalt het Christusbeeld – niet zo groot als in Rio – op de top van de berg ons een warm welkom toe. Lang blijven we niet in deze gemoedelijke plaats. De Pantanal staat immers bekend om haar waterrijke omgeving.
Over de Taquari-rivier bereiken we per boot het plaatsje Jauru. “Nog niet eens zo heel erg lang geleden was dit een van de rijkste plekken van de Pantanal,” vertelt Ariel met een fonkeling in zijn ogen. “De diamantmijnen langs de rivier, leveren nauwelijks meer iets op,” besluit hij zijn betoog op serieuze toon. Toch zijn er mensen die nog altijd hoop houden en ervan overtuigd zijn dat ze die ene grote, waardevolle steen zullen vinden. Anulino is zo iemand. Zijn hele volwassen leven lang rolt hij zijn broekspijpen op, neemt zijn zeef ter hand en staat urenlang tot aan zijn knieën in het water. “Op een dag!” vertrouwt hij me toe, terwijl hij schuchter tegen zijn geïmproviseerde verblijfplaats bij de mijn aanleunt. Macedo is een zogeheten Toyoteiro. Met zijn omgebouwde Toyota Bandeirante crost hij ons dwars door de Pantanal.
Vergezeld door zijn trouwe viervoeter Lontricha gaan we het avontuur tegemoet. En een avontuur is het. Het trouwe beestje en onze chauffeur zijn een gouden duo. Zonder verrekijker spot het tweetal feilloos talloze dieren. Macedo trapt hard op de rem, springt uit de auto en komt de ene keer terug met een (baby)kaaiman in zijn handen en dan weer een gordeldier. Capivara’s, ara’s, uilen, tapirs, neusberen, lepelaars, te veel om op te noemen. Onze ogen en camera’s maken overuren om al het moois te registreren. Kiezen wat het hoogtepunt van een trip door de Pantanal is, is lastig. Is het de weidsheid wanneer ik te paard de omgeving verken, of wanneer ik in een bootje tegen zonsondergang kaaimannen spot, of nadat de zon onder is gegaan, gigantische vissen vang in de rivier?
Foz do Iguaçu
Reiservaringen moeten elkaar niet beconcurreren, toch lijken de watervallen van Iguaçu alle opgedane indrukken in Brazilië de loef te willen afsteken. Het fantastische natuurfenomeen is een waar hoogtepunt van onze reis. Zodra we een eerste blik op de watervallen weten te werpen, zijn we er stil van. Dit wereldwonder is met geen pen te beschrijven, zo prachtig. De stoom die opspat, het donderende geluid van het kolkende water. Het is moeilijk te bevatten dat miljoenen liters per seconde naar beneden storten.