“De oooh en aaah-momenten bleven maar komen.” Brits Columbia in West-Canada is onbeschrijflijk mooi en we hebben zo’n klik met de mensen daar, dat we dit gebied voor de tweede keer met een gehuurde camper bezochten. Vooraf hadden we een route van 4.000 kilometer uitgestippeld met zoveel mogelijk variatie in de natuur. Als je dat uitrekent, is het drie weken rijden met gemiddeld zo’n tweehonderd kilometer per dag. Wij stonden altijd vroeg op en gingen zo tegen 08.30 uur op weg. Dan hadden we de hele dag de tijd om naar de volgende camp ground te rijden en af en toe langs de route uitstapjes te maken.
Onze reis begon op Vancouver Island
Vanuit een koffietentje hadden we zicht op de beroemde stoomklok. En met een hop on, hop off bus zie je in een keer alle hoogtepunten van de stad, zoals de plek waar de Olympische Spelen zijn geopend. Maar wat je zeker niet moet laten, is walvissen spotten op zee. De mannen die deze business runnen zijn natives en weten precies waar ze zitten. We hebben ze gezien, de orka’s, voor het eerst in ons leven. Vanuit ons rubberbootje. Fantastisch. De natuur, de wild life in Canada is waar we het voor doen.”
Beren op de weg
“Vanuit Victoria, de hoofdstad van Brits Columbia, reden we via de Sunshine Coast met tussenstops richting het noorden. Het Wells Gray Provincial Park is van alle parken toch echt wel onze favoriet. Stapvoets reden we ’s morgensvroeg het gebied in. Dit park staat bekend om z’n watervallen, maar heeft ook de hoogste concentratie zwarte beren. En opeens zagen we er een staan. In de berm, etend van een struik. Ik greep gelijk m’n camera en kon hem nog net vastleggen. Heel bijzonder.”
“Je kunt in Canada niet wildkamperen, maar de kampeerplekken zijn groot en overal staan vuurkorven en picknicktafels. ’s Avonds dronken we vaak een wijntje of maakten we een praatje met de buren. En bijna overal is wifi, dus plozen we voor het slapengaan op onze laptop alvast de bestemming van de volgende dag uit. Zo ontdekten we het historische gouddelversstadje Barkerville. Dat is het voordeel van reizen met een camper; met de auto ga je van hotel naar hotel, maar wij kunnen makkelijk afwijken van de route, je bent vrij om te gaan en staan waar je wilt. In Barkerville vonden rond 1860 letterlijk de gouden jaren voor goudzoekers plaats en nog steeds wordt hier in de buurt goud gevonden.”
Wauw
“Onze volgende bestemming was het Jasper National Park, midden in de Canadese Rocky Mountains. Hier begint ook de Icefield Parkway, de ‘scenic highway’. Dat was het absolute hoogtepunt van onze reis. Elke tweehonderd meter, na iedere bocht, hadden we een wauw-gevoel. De ooh-en aah-momenten bleven maar komen: gletsjers, snelstromende rivieren, watervallen, blauwgroene meren, diepe kloven en dan weer stukken dichtbegroeide bos. Op een gegeven moment zagen we een paar auto’s langs de weg stilstaan. Ik zei tegen mijn vrouw: “Langzaam rijden, als er auto’s stoppen is er vast iets te zien”. En ja hoor: vlak voor onze camper stonden zwarte wolven, huilend in de wind. Het zijn schuwe beesten, dus dit was echt een unicum. En als je dan denkt dat het niet mooier kan, kom je weer terecht op een andere prachtige plek: Lake Moraine met de Valley of Ten Peaks, tien bergtoppen langs het meer. De combinatie van kleuren en het licht is onbeschrijflijk mooi, je moet het zelf zien en ervaren. Je kunt om het meer wandelen en halverwege wat drinken in een café. Ik raad het iedereen aan.”
Terug in de tijd
“Een paar plekken in Brits Columbia zijn nog vulkanisch, daar kun je baden in warmwaterbronnen. Wij hebben gezwommen in Radium Hot Springs, in water van 38 graden. Van daaruit trokken we verder naar Kootenay National Park. Dit is een ruiger park met gletsjers, rivieren en plekken als Marble Canyon, waar honderdmiljoenen jaren geleden de rotsen zijn opengespleten en waar nu smeltwater naar beneden valt. In het park liggen ook the Paint Pots, een historische plek waar indianen van heinde en verre kwamen om verf te halen voor hun gezicht en huiden. Hier kreeg ik echt dat besef van tijd, denkend aan al die mannen die lopend of te paard exact op deze plek aankwamen, verf maakten van rode aarde en weer vertrokken. Door het afwisselende landschap van de Okanagan Valley met dorre streken, wijngaarden en perzikbomen, reden we naar het plaatsje Hope. Beroemd om de brug uit de film ‘First Blood’ met Sylvester Stallone. Ik herkende ‘m meteen – ik heb die film een paar keer gezien. Eenmaal terug in Vancouver zaten de drie weken erop. En nu verheugen we ons alweer op de volgende trip: van Chicago naar Orlando, langs de ‘Blues Route’, Nashville en Memphis. Met de camper natuurlijk. Life is good.”