Duik in het onbekende

Onze reis begint in hoofdstad Tirana. Na een goede nacht in het Metro Hotel worden we opgewacht door Alan, onze contactpersoon van Dimsum Reizen. We kunnen hem de hele reis bereiken en met al onze vragen bij hem terecht. Hij geeft ons een programmaboekje met veel informatie, praktische tips en routebeschrijvingen. Onze auto staat ook klaar, hiermee rijden we vandaag onze eerste 100 km richting het noorden. Onze bestemming is Shkodër, een van de oudste steden van Albanië.

Gunstige prijzen

Na een halfuurtje rijden, komen we op de wat rustigere wegen. In de verte zijn de hoge bergen steeds beter zichtbaar. Links en rechts zien we overal oude boerderijen. Ook wij zijn onderweg naar een oude boerderij: Mrizi i Zanave. Een restaurant op een prachtige plek in Fishtë, met een keuken vol lokale gerechten. De plek is populair, dus reserveren is een must. Met een maag vol Albanees lekkers, vooral kaas, vlees en groenten, rijden we door naar Shkodër. We praten na over de rekening die we zojuist betaalden. We wisten dat Albanië een van de goedkoopste landen van Europa is, maar als dit populaire en goede restaurant al zo goedkoop is, zijn we benieuwd naar alle andere horeca die we nog gaan bezoeken. Wanneer je Shkodër nadert, is meteen het Kasteel van Rozafa te zien, een van de parels van Albanië met prachtig uitzicht over Shkodër en omstreken. Voor vier euro kun je het kasteel bezoeken en dat is het zeker waard. We overnachten in Hotel Tradita, midden in het centrum. Het heeft een sfeervolle binnentuin, er is livemuziek en het diner is er verrukkelijk.

Mooiste meer

De volgende morgen vroeg op, want we worden om 8:30 uur verwacht in Koman, op zo’n 1,5 uur rijden van Shkodër. We gaan varen op een van de mooiste meren van Albanië: het Komanmeer. We moeten wel voor het donker weer terug zijn, want de weg ernaartoe is niet verlicht. In ons programmaboekje wordt extra gewaarschuwd voor de slechte wegen die we moeten afleggen om het startpunt te bereiken. Gelukkig arriveren we veilig en op tijd op de parkeerplaats, net voor een tunnel, die we te voet door moeten om bij het startpunt te komen. We komen bij een kleine baai met blauwgroen water met allerlei soorten boten, omringd door hoge bergen. We stappen in een vissersbootje, zitten helemaal vooraan en kijken onze ogen uit. Het is nog mooier dan op de foto’s. We varen naar de rivier Shala. Het blauwgroene meer verandert langzaam in helder zwemwater. Overal zijn houten bruggetjes over het water en er wordt veel gezwommen. Ook zien we her en der leuke barretjes. Het water is erg koud, maar geeft een heerlijk tintelend gevoel. De hoge verwachtingen worden helemaal waargemaakt. Het vroege opstaan en de gevaarlijke wegen zijn het zeker waard. Na een heerlijke dag dineren we in Shkodër in restaurant Aroma. Daarna pakken we nog de Kole Idromeno mee, een straat vol terrassen en cafés. Aan een bruisend nachtleven geen gebrek!

Adembenemende natuur

Vandaag zetten we onze roadtrip voort richting Theth, een piepklein bergdorp op circa 2 uur rijden van Shkodër. Theth heeft ongeveer 80 inwoners en het centrum stelt dan ook weinig voor. Maar reizigers komen hier vanwege de geweldige wandelroutes. Door de hoge ligging is het meteen een stuk kouder, maar dit zijn juist de perfecte weeromstandigheden om te wandelen. Na de lunch trekken we onze sportschoenen aan en volgen we de bordjes richting een waterval en een canyon. Een blauwe, heldere rivier stroomt langs de wandelpaden. De natuur is hier adembenemend.

Blauw oog

De volgende dag vertrekken we naar ‘het blauwe oog’ (Syri i Kaltër), een natuurlijke, turquoise bron van zo’n 50 meter diep die wordt gevuld door een waterval. Vanaf Theth is het 6 uur lopen, een andere optie is om eerst een stukje te rijden en dan het laatste uur van het wandelpad mee te pakken. Wij kiezen voor dat laatste. Wederom is de wandeling geweldig. Bijzonder om te beseffen dat dit blauwe oog echt een natuurverschijnsel is waar geen mens aan te pas is gekomen.

Bazaar van Krujë

We verlaten het noorden en vervolgen onze reis naar Krujë, op 160 km ten zuiden van Theth. Krujë is een van de oudste steden van Europa en ligt op 600 meter hoogte. Het is een schitterend stadje vol geschiedenis. Er zijn genoeg musea en ook hier is een groot kasteel te bezoeken. Loop ook over de Old Bazaar, een indrukwekkende markt met zelfgemaakte spullen zoals meubels, sieraden, kleding en souvenirs. Daarnaast zijn er veel gezellige restaurants en cafés met opnieuw een uitzicht waar je u tegen zegt.

Klein maar fijn

Op zo’n 145 km rijden van Krujë ligt het dorpje Lin, aan het Meer van Ohrid, bij de grens met Noord-Macedonië. Wanneer we het dorp binnenrijden zien we langs de weg vrouwen op leeftijd met marktkraampjes met lokale waar. We slapen vannacht in Vila 43 en hebben daar een moderne kamer inclusief balkon met uitzicht op het meer. Het Meer van Ohrid is enorm en het water helderblauw. Aan het water liggen kano’s en ligbedden en hier mogen we als hotelgasten ook gebruik van maken. Het voelt in dit dorp alsof we bij een grote familie binnentreden. Het is klein, rustig en lieflijk, een plek waar je even kunt ontspannen tijdens de reis.

Stad met 1000 ramen

Een rit van 150 km richting Centraal-Albanië brengt ons naar onze nieuwe locatie: Berat. Het historische deel van deze stad is door Unesco op de Werelderfgoedlijst geplaatst. We duiken meteen de stad in en al snel wordt duidelijk waarom de wijk Mangalemi ‘de stad met 1000 ramen’ wordt genoemd. Berat is gebouwd aan en op de voet van een berg en alle huizen zijn wit met bruine daken. Overal zie je de traditionele architectuur van de Balkan uit de 18 e en 19 e eeuw. Tijdens het klimmen valt ons oog op de vele restaurantjes die in de steegjes tussen de trappen zijn gevestigd. We drinken wat op het hoogste punt van Berat en genieten van het uitzicht over de hele stad. Opvallend is weer de gastvrijheid die we overal ervaren. Niet alleen bij de accommodaties waar we overnachten, maar ook op straat bij eigenlijk iedereen die we ontmoeten.

Oase van rust

Door naar onze volgende bestemming: Këlcyrë. We blijven twee nachten bij Ferma Grand Albanik, een biologische boerderij midden in de natuur. Na een rit van 165 km naar het zuiden van Albanië worden we gebeld door eigenaresse Elona. Of we wisten dat ons nog een weg van 10 km te wachten staat die niet op Google Maps staat. De weg bestaat uit kiezelsteentjes, met veel gaten in de weg, en om ons heen alleen maar dichtbegroeide natuur. Het voelt alsof we op weg zijn naar de onbewoonde wereld. Eenmaal aangekomen bij de boerderij belanden we in een oase van rust. We worden ontvangen door Elona, een tengere, knappe vrouw die meteen onze spullen aanpakt en ons naar de eettafel dirigeert, waar het diner al klaarstaat. Aan tafel zitten nog meer gasten die hier verblijven. Na ons diner begeleidt Elona ons naar de kamer, die enkel uit twee stapelbedden bestaat. Deze eenvoud is even wennen, maar de hele Ferma Grand Albanik is een ervaring die we niet willen missen.

Slow raften

We gaan raften vandaag. We rijden naar een afgesproken plek, waar we ons pak aan krijgen en we in de jeep stappen richting de startlocatie. Het is een mooie rivier met wederom enorm blauw water. Door de droogte staat het water niet op de perfecte hoogte, waardoor er weinig snelheid is. Voor wat adrenaline besluiten we onderweg dus maar van een hoge rots te springen. Na het raften gaan we naar de warmwaterbronnen van Bënjë. Een mooi bad met warm water tussen de bergen, dat een helende werking zou hebben. Een toeristische trekpleister, maar zeker de moeite waard.

Biologische handel

Elona heeft het ontbijt al klaargezet: zelfgebakken pannenkoeken met jam en honing uit eigen tuin. We ontbijten op het balkon, waarbij we uitzicht hebben over het mooie natuurgebied. Er lopen herders met ezels voorbij, die melk en andere dierlijke producten van een boerderij in de buurt komen brengen. Op deze manier handelen de boeren met elkaar en alles is – eigenlijk overbodig om te vermelden – biologisch. Deze plek laat je kennismaken met een levensstijl waar wij normaal niet mee in aanraking komen, en daardoor is reizen door Albanië zo bijzonder.

Van rust naar de kust

We vervolgen onze reis richting de kust. We gaan naar Ksamil, een kustplaatsje dat ook wel ‘de Malediven van Europa’ wordt genoemd. We gaan dus op pad met hoge verwachtingen. Na een tussenstop in Gjirokastër, ‘de stad met 1000 trappen’, rijden we door naar het strand van Ksamil. We komen in een file terecht en een massa mensen in badkleding. Het gevoel van rust dat wij de hele reis ervaren, wordt hier ingewisseld voor een gevoel van hysterie. Er zijn veel clubs op het strand met harde muziek. Na een frisse duik bestellen we een drankje. We betalen voor een biertje (omgerekend van lek) 7 euro. We schrikken van de drukte én de prijzen. We slapen komende nacht in The Mussel House, aan het grote Meer van Butrint, zo’n 10 minuten rijden van Ksamil. Het is een mosselkwekerij waar je vis kunt eten op de steiger, met uitzicht op het meer. Een prachtige plek en gelukkig wat rustiger dan Ksamil.

Ontdekkingstocht

We gaan verder naar Himarë, een rit van 75 km langs de kust. We verblijven in een rustig, mooi baaitje en nemen meteen een duik in zee. Er is hier genoeg plek op het strand om te liggen en er is een boulevard met verschillende horecagelegenheden. ‘s Avonds komt het plaatsje helemaal tot leven: overal zijn marktkraampjes en er is veel sfeer door de livemuziek. De volgende dag gaan we zeekajakken en dat doen we bij Drymades Beach, op een half uur rijden van Himarë. We worden goed begeleid door een jonge gids en we kajakken langs grotten en leuke baaitjes. Een aanrader om zo de mooie Albanese kust te ontdekken!

Proostend naar huis

Terug in het bloedhete Tirana. We wandelen de hele dag door de stad, maar door de warmte moeten we vaak rusten om wat te drinken. Vervelen doen we ons niet, want in het programmaboekje staan genoeg tips om je te vermaken in de hoofdstad. Met een laatste glas lokale wijn proosten we op onze prachtige reis door Albanië, wat een geweldig vakantieland.