[Lyu-blya-na]
Het is een uur en veertig minuten vliegen van Schiphol naar Ljubljana (spreek uit: [Lyu-blya-na]), de hoofdstad van Slovenië. De pleinen gezellig gevuld met marktkramen, drie bruggen, veel fietsers, ‘t Tivoli Park, een kasteel met uitzicht en, hoe heerlijk, een rivier dwars door de stad. Geflankeerd door terrasjes en heel veel groen. Het is zo’n stad waar je kunt dolen zonder te verdwalen. Waar het verleden flirt met het heden; Barok en Jugendstil naast hippe eetgelegenheden. De festivalkalender rijk gevuld. Van eerste kers tot kantkloswerk, van bier tot bloemen, het krijgt elk een eigen lofzang in de vorm van ‘de Dag van …’. Vriendelijk en elegant is ze, Ljubljana. Zoals Amsterdam zonder het schelle, zonder ‘n overdaad aan toeristen. Je zou er zo willen wonen.
Groeten uit
Een city trip naar deze stad is in een wip gepland en ingevuld, maar het is zonde om het hierbij te laten. Ansichtkaartwaardig is Lake Bled, op minder dan een uur van Ljubljana. Een smaragdgroen meer met in het midden het meest aandoenlijke eilandje dat je ooit hebt gezien. Vanaf de oevers hoor je de klok van de kerk op het eiland onophoudelijk gaan. Een boottochtje in een pletnja laat je haar (een tikje toeristisch) zelf luiden, onderwijl een wens murmelend. Bled Castle, gelegen op een berg aan de rand van het meer, biedt een prachtig overzicht. Het terras op het balkon van Cafe Belvedere iets verderop is minder druk en een aanrader voor koffie en Bled cream cake. Deze traditionele, verre nicht van onze tompouce moét je gegeten hebben. Een wandeling van een uur rondom het meer helpt je de 450 calorieën wel verbranden.
Julian Alps
Het Triglav National Park is een van de oudste nationale parken in Europa. De Sloveen zelf wandelt graag en veel. Er wordt zelfs gezegd dat je geen echte Sloveen bent als je nooit naar de top van de hoogste berg Triglav bent gelopen (2.864 meter). De Julische Alpen zijn een outdoor walhalla; van kajakken, kanoën en canyoning tot mountainbiking en hiking. Je verblijft in Oostenrijks aandoende hotels, berghutten of hostels, en er zijn gelegenheden genoeg om te kamperen. Wildkamperen is niet toegestaan, maar de meeste campings zijn kleinschalig en afgelegen.
Kaas, honing en cake
De Socavallei, rondom de steden Bovec, Kobarid en Tolmin, is schilderachtig. De kristalheldere Socarivier, historisch erfgoed en besneeuwde bergtoppen op de achtergrond. Je ontmoet er de meest hartelijke en hardwerkende mensen, die je graag laten kennismaken met hun op de seizoenen afgestemde manier van leven. Lokale gerechten als Tolminc kaas met Bee Happy honing, de specialiteiten frika, kobariški štruklji en potica – een feestelijk gevulde cake – geven een mooi kijkje in de keuken van deze streek. Een stevige keuken, dat mag na een dag ‘buitenspelen’.
Eeuwige liefde
Het chocoladefestival en dito harten maken Radovljica tot het zoetste stadje van Slovenië. Je tanden vallen bijna uit je mond als je de kelder van Lectar betreedt. De traditioneel roodgelakte harten werden, voorzien van lieve woorden, van oudsher gegeven aan beminden. Wie het bewaarde zonder ervan te eten, kon op eeuwige liefde rekenen. In het goed verstopte Lectar Gingerbread Museum, onder het vijfhonderd jaar oude Lectar restaurant, is het hele proces te zien. In de stad is de authentieke architectuur goed bewaard gebleven. Het bijenmuseum in het oude kasteel toont de geschiedenis van de bijenteelt in het land en heeft een prachtige verzameling eeuwenoude beschilderde panelen van bijenkasten.
Brood, wijn en kersen
De Brda-regio, tussen de Alpen en de Adriatische Zee, mag je als wijnliefhebber niet overslaan. Van de drie wijnregio’s die Slovenië kent, is het de meest heuvelachtige. Temidden van al dat glooiende staat een unieke renaissance villa, Vila Vipolže. Het doet dienst als culturele hub voor de hele omgeving met evenementen, exposities en concerten. En dat goede wijn graag in gezelschap verkeert van goed eten beseffen ze zich hier wel degelijk. Een lunch in de naastgelegen wijnwinkel Kruh in Vino (brood en wijn) laat zich chic gezegd, welgevallen. Naast wijn staat de regio bekend om haar kersen. Volgens de inwoners nergens lekkerder en dat vieren ze, jaarlijks in juni, met het Cherry Festival.
De legende van Erazem
Achthonderd jaar oud is het grotkasteel Predjama, en een plaatje om te zien. Zo kunstig gebouwd in een 123 metershoge rotswand dat het binnen onduidelijk is waar de natuurlijke muren van het grottenstelsel eindigen en de geconstrueerde beginnen. De legende van Erazem, ‘n Sloveense Robin Hood, speelt zich af in de vijftiende eeuw. Het begint spannend met een bestorming van het kasteel door de Habsburgers, waarna Erazem de grot in vlucht. Via geheime gangen heeft hij toegang tot vers fruit aan de andere kant van de berg waardoor hij overleeft. Het verhaal eindigt echter een jaar later, na een omkoopschandaal, vrij tragisch en onfortuinlijk op het toilet.
Met open mond
Het enige ondergrondse postkantoor ter wereld vind je ver in het karstgrottenstelsel bij de Sloveense plaats Postojna. De formatie dateert van meer dan tweehonderd miljoen jaar geleden en werd in 1818 ontdekt. De grotten werden gevormd door de rivier Pivka. Met meer dan twintig kilometer lengte is het de grootste grot van Europa en de op een na grootste ter wereld. Niet meer dan logisch dat het tegenwoordig op alle lijstjes van te bezoeken bestemmingen prijkt. Ruim vijf kilometer van de grot is te bezichtigen, deels met een elektrisch treintje, deels te voet. Ik durf te beweren dat je anderhalf uur lang met je mond open loopt.
Of je nu drie of dertig dagen hebt, Slovenië is altijd een goed idee. Zowel ‘s zomers als ‘s winters, voor levensgenieters, city trippers en thrill seekers. Het is er groen, het aantal highlights ongekend. De keuken divers, de wijnen verrassend. Bescheiden, betaalbaar. Had ik al gezegd dat er geen enkele reden is om niet te gaan?