Mijn eerste Palestijnse broodje shoarma
Het duurt minstens anderhalf uur voordat de ‘sherut’ (deeltaxi) vol is en we naar Jeruzalem vertrekken. Het spitsuur is inmiddels aangebroken en het kost tijd voordat ik op mijn plaats van bestemming aankom. Maar eenmaal daar aangekomen, voel ik mij meteen thuis. Het hotel is sfeervol en ligt op tien minuten lopen van de oude stad, in de Arabische wijk. ’s Avonds verken ik meteen de buurt en verorber ik mijn eerste Palestijnse broodje shoarma.
Dinsdag 5 april
Na een uitgebreid ontbijtbuffet haalt Salim, mijn gids voor deze dag, me op en lopen we door de Herodespoort de oude stad binnen. Via de Klaagmuur bereiken we de Tempelberg waar gelukkig nog niet zo’n lange rij staat. Nadat we de Al Aqsamoskee en de Rotskoepelmoskee van buiten hebben bewonderd, drinken we thee in de aangrenzende Souq al Qattanin (de markt van de katoenverkopers) en vervolgen we onze weg naar de Heilige Grafkerk waar het een stuk drukker is.
Ik had gehoord over de strijd tussen de zes christelijke denominaties die de kerk al lange tijd beheren, maar wist niet dat de sleutel van de kerk in handen was van een islamitische familie. Grappig! Nadat we door de islamitische, christelijke en joodse wijk lopen, besluiten we bij de Jaffapoort een wandeling over de stadsmuur te maken: een mooie manier om Jeruzalem te zien. We rijden vervolgens naar de Olijfberg waar we een indrukwekkend overzicht over de stad hebben. ‘s Avonds reis ik naar het op de Westbank gelegen Beit Sahour (vlakbij Bethlehem) waar ik de komende zes nachten in een guesthouse verblijf. Een eenvoudige accommodatie met schone kamers, aardig personeel en een goed ontbijt.
Woensdag 6 april
Mijn gids van de komende drie dagen rijdt voor: Muhannad. Hij neemt me mee naar de Geboortekerk in Bethlehem, die minder toeristisch is dan ik had verwacht. We doorkruisen de woestijn van Judea richting het klooster van Mar Saba. Wat een imposant gebouw! Ook al is het verboden voor vrouwen om dit Grieks-orthodoxe klooster te betreden, het is zeker een bezoek waard. Na een kort bezoekje aan het Herodion – het paleizencomplex van koning Herodes – gaan we naar Beni Naim om heerlijk te lunchen bij een lokale familie. Vervolgens op naar Hebron. Bij het checkpoint moet Muhannad de inhoud van zijn broekzakken laten zien. Na een korte discussie mogen we door en bezoeken we de moskee waar volgens de overlevering het graf van Abraham en zijn familie zich bevindt. Aangezien Muhannad als Palestijn de aan de moskee aangrenzende synagoge (want het is voor moslims én joden een heilige plek) niet in mag, ga ik alleen. Ik mag echter pas naar binnen nadat mij door de Israëlische bewaking is opgedragen mijn Palestijnse armbandje af te doen dat ik net bij de lunch heb gekregen. Oeps! In Hebron is het Palestijns-Israëlische conflict wel heel voelbaar.
Donderdag 7 april
We bezoeken het heiligdom van Nebi Musa: een mooie, serene plek ergens in the middle of nowhere. Moslims geloven dat de profeet Mozes hier is begraven. Volgende stop: Jericho met haar laagbouw, veel groen en een fijne atmosfeer. Muhannad wijst me de boom waar Zacheüs in klom toen Jezus Jericho binnenkwam. We doen het paleis van Hisham aan met het bijbehorende kleine museum. Het is aan te raden de bij de entree vertoonde video te bekijken om een goed idee van de site te krijgen. Per kabelbaan gaan we de Berg van de Verzoeking op. Het is druk en door de vele vrolijke lokale vrouwen en kinderen die hetzelfde plan hebben, krijg ik een echt vakantiegevoel. Eenmaal boven loop ik het laatste stuk naar het kleine kloostertje. Het lijkt gesloten te zijn, maar na een minuut of vijf gewacht te hebben, gaat de deur open en mag ik naar binnen. Het uitzicht vanaf dit punt is erg fraai!
Vanuit de kabelbaan zien we ook de opgraving Tell al Sultan. Voor echte archeologiefans een must. Langs de Wadi Qelt rijden we terug en we stoppen onderweg om het St. George klooster vanuit de verte te zien. Weer zo’n vredige plek en alweer een reden om terug naar Palestina te gaan want een wandeling door deze wadi lijkt me wel wat!
Vrijdag 8 april
Muhannad had me al verteld dat we Nablus beter in de ochtend kunnen bezoeken omdat er misschien demonstraties zijn na het vrijdaggebed. Maar eerst bezoeken we Taybeh en de gelijknamige bierbrouwerij. Taybeh is een leuk dorpje, gelegen in het groen en omgeven door gouden graanvelden. We krijgen een korte rondleiding door de brouwerij en proeven wat van het bier. Terwijl we Nablus binnenrijden via het checkpoint zien we al dat het moeilijk, zo niet onmogelijk, is dezelfde weg terug te nemen. Vele auto’s die in tegengestelde richting rijden worden namelijk teruggestuurd.
Nadat we de kerk bij de Put van Jacob bezichtigd hebben, drinken we thee in een hotel vlak bij de oude stad. Tijdens een wandeling door de medina vertelt Muhannad over wat hier de afgelopen decennia is gebeurd, geïllustreerd door de vele afbeeldingen van martelaren. Daarna is het tijd om dé lekkernij van deze stad te proeven: kunafa! Dit zoete kaasgerecht heb ik al meer dan eens gegeten in de andere Arabische landen die ik heb bezocht, maar nergens smaakt het zo romig en lekker als hier.
Zaterdag 9 april
‘s Ochtends is er geen programma en neem ik het busje vanuit Beit Sahour naar Bethlehem om wat meer van deze stad te zien. Ik loop de trappen op naar de oude stad en het verbaast me weer dat het helemaal niet zo toeristisch is als ik van tevoren had gedacht. Bethlehem heeft een aangenaam en gezellig centrum.
Zondag 10 april
Tijdens de wandeling over het Abrahampad vertelt gids Anwar over de flora en de doelstellingen van het pad. Het is geen zware wandeling maar op het eind wordt het, ondanks de verfrissende sinaasappels en thee, toch erg warm. We komen met rode hoofden aan in het dorpje Duma. Daar wacht een kleine kookworkshop waar we ‘sambousek’, gevulde deegflapjes met kaas en za’atar (wilde tijm), maken.
Maandag 11 april
Ik verlaat mijn ‘thuis’ van de afgelopen zes dagen en ga terug naar Jeruzalem om de bus naar Nazareth te nemen. De joodse buschauffeur heeft veel plezier met twee Arabische collega’s die meerijden: fijn om te zien dat er ook joden en Palestijnen zijn die het leuk hebben met elkaar. Na een flitsbezoek aan het hotel, duik ik de stad in en bezoek ik de Basiliek van de Annunciatie, de nabijgelegen kerk van Sint Jozef, de mooie islamitische begraafplaats en de medina.
Dinsdag 12 april
Het regent en de manager van het hotel is zo aardig me met zijn auto naar de bushalte te brengen. Omdat ik niet dezelfde weg terug wil nemen, pak ik in Afula de bus naar Beit Shean. Van daaruit rijdt er een bus door de Jordaanvallei. Een rustige busrit met maar een handjevol passagiers. In Jeruzalem neem ik de overvolle lightrail naar Damascus Gate.
Woensdag 13 april
Er is ontzettend veel te zien in Jeruzalem dus ik sta vroeg naast mijn bed. Na een bezoek aan de ‘Garden Tomb’ – er zijn mensen die ervan overtuigd zijn dat Jezus hier werd begraven en niet op de plek waar nu de Heilig Grafkerk staat – wandel ik naar het Rockefeller Museum om de enorme archeologische collectie te bekijken. De lightrail brengt me naar de Mahane Yehuda Market, waar ik ronddwaal terwijl ik hier en daar lekkere dingen koop. Handig, die lightrail, want die brengt me ook naar het zeer indrukwekkende Yad Vashem Museum.
Mijn laatste doel van vandaag is Mea She’arim, de orthodoxe joodse buurt. Het lijkt alsof ik in een Oost-Europese stad zoals Kraków of Vilnius in de negentiende eeuw ben beland. Ik voel me er helemaal niet op mijn gemak. Er zijn veel mensen op straat, maar niemand lacht.
Donderdag 14 april
Mijn laatste dag in ‘Al Quds’ (de Arabische naam voor Jeruzalem) en ik duik in mijn eentje de oude stad in voor een tweede bezoek aan de Tempelberg. Bij de Klaagmuur blijf ik een tijdje staan kijken naar de vele joodse jongetjes die er hun bar mitswa doen. Er heerst een ontspannen en gemoedelijke sfeer. Via de Armeense wijk loop ik naar de Citadel/Tower of David en ik besluit er naar binnen te gaan. Prachtig uitzicht vanaf de top! Ik wil nog uren rondlopen in deze overweldigende stad, maar de zon gaat onder en aan alle goede dingen komt een eind.
Vrijdag 15 april
Alhoewel ik verwacht dat ik op het vliegveld weer de nodige vragen zal moeten beantwoorden en ik daarom extra vroeg vanuit Jeruzalem vertrek, verloopt het inchecken zonder problemen. Weer thuis duurt het een tijdje voordat ik helemaal ‘geland’ ben; Palestina heeft veel indruk op me gemaakt. Het landschap, de natuur, de cultuur, de gastvrijheid, de mensen, de mix van religies en natuurlijk het effect van de Israëlische bezetting. Iedereen zou eens een bezoekje aan Palestina moeten brengen om dit alles met eigen ogen te zien en te beleven.