Mijn reis door het oude Egypte begint in de moderne chaos van Caïro. Toeterende auto’s, enthousiaste straatvenders en dikke walmen rook van de shisha-bars kleuren het straatbeeld. Ik had van tevoren al gelezen dat de stad een beetje chaotisch kan zijn, maar toch ben ik verbaasd. Het blijft tot in de late uurtjes een gezellige bedoening op straat en wat ook opvalt: de Egyptenaren zijn ontzettend vriendelijk en gastvrij. Mensen maken graag een grap en een praatje of helpen je op weg. Zo voel je je meteen welkom!
De oudste
Vanuit de citadel in de oude binnenstad van Caïro zie je de piramides liggen, een indrukwekkend beeld. De tweede dag gaan wij ze gelijk van dichtbij bekijke; eerst de piramides van Sakkara, daarna die van Gizeh. Van te voren had ik eigenlijk nooit van Sakkara gehoord, maar hier vind je de oudste piramides van Egypte. Met als alleroudste de piramide van Djoser. Daar staan we natuurlijk even bij stil, aangezien ik toevallig met Djoser reis! De piramides van Gizeh zijn alles wat je ervan verwacht, én meer. Ze zijn zo ontzettend groot. Ongelooflijk dat men dit 3000 jaar voor Christus kon maken. Slenteren in de schaduw van deze reuzen is een droom die uitkomt.
Dahabiya
We reizen naar het diepe zuiden van Egypte, naar Aswan. De grens met Soedan ligt vlakbij en dat merk je op straat. Er wonen veel Nubiërs: een Afrikaans volk met een eigen cultuur en taal. Vooral op het eilandje Elephantine, waar we met een traditionele boot naartoe zeilen ervaar je in de zandstraatjes tussen de lemen huizen dat Egypte in Afrika ligt. Het zeilen op de Nijl smaakt naar meer. We gaan aan boord van een dahabiya, een authentieke zeilboot, en schepen in om na vier dagen te eindigen in Luxor. Tussendoor bezoeken we de vele tempels die langs de Nijl liggen en genieten we van het landschap dat aan ons voorbij trekt. Zonsondergang is op de boot mijn favoriete moment van de dag. Het geluid op de oever verstomt langzaam voordat het wordt overmeesterd door het lawaai van duizenden kikkers. Tegelijkertijd verandert het landschap van palmbomen, moerassen en akkertjes met ezels langzaam in een schitterend silhouet in de tinten rood, zwart en blauw.
Duizelingwekkend
Luxor wordt ook wel ’s werelds grootste openluchtmuseum genoemd. Je hebt weken nodig om alles te zien. Vooral op de westoever struikel je over de verschillende tempels, ik zou niet weten waar te beginnen. Gelukkig weet onze gids raad en neemt ons mee naar de mooiste exemplaren. Vooral in de Vallei der Koningen blijkt hij van grote meerwaarde, je kunt hier meer dan dertig tombes bezoeken! Wij bezoeken alleen de best bewaarde en die zijn inderdaad te mooi voor woorden met tekeningen van duizenden jaren oud, maar alsof ze gisteren zijn geschilderd. Fantasierijke goden, afbeeldingen van het dagelijks leven en mysterieuze rituelen: op deze kleurrijke muren komt alles voorbij. Mijn hoofd moet ervan tollen! ’s Avonds, op een van de dakterrassen van de stad, laat ik het nog even bezinken. Ik kom tot de conclusie dat Egypte bijna té mooi is om waar te zijn!