Tempels en tropisch fruit
Bali wordt ook wel het godeneiland genoemd, dus een tempelbezoek is een must. De Pura Batukaru, gelegen op de helling van de gelijknamige berg, vonden wij het mooist. De rust die in dit prachtige complex heerst en het weidse uitzicht over de omgeving maken een diepe indruk. Vlakbij liggen ook de rijstvelden van Jatiluwih, de mooiste van Bali, waar we over de sawadijkjes door een groene zee van rijst wandelen. Als kleine beloning na een drukke dag neemt onze gids ons mee naar de lokale markt, waar we onze ogen uitkijken. De kramen zijn volgestapeld met geurige mango’s, ananas, ramboetan en natuurlijk de beruchte stinkvrucht doerian. Je mag van alles proeven en we nemen dan ook uitgebreid de tijd om onze keuze te maken.
Het vruchtbare noorden
In het plantagedorpje Munduk verblijven we in een sfeervolle guesthouse, waar je echt het gevoel hebt onderdeel van de kampong te zijn. Gewekt door het kraaien van de haan, genieten we van een simpel ontbijtje van nasi goreng en ons op de markt aangeschafte verse fruit, waarna we de omgeving gaan verkennen. Munduk ligt hoog en is dus relatief koel, waardoor er onder andere koffie, fruit en groenten verbouwd kunnen worden. Het is de perfecte omgeving voor een sportieve trekking. We wandelen dwars door de jungle, langs de oevers van de tweelingmeren, waar we aan boord van een traditionele kano gaan. Rustig peddelend over het meer zien we hoe de vissers hun netten aan het uitwerpen zijn en vogels net over het wateroppervlak scheren om insecten te vangen.
Vulkanische kusten
Onze volgende stop is Lovina, maar eerst is het tijd voor ontspanning. In de lokale warmwaterbron nemen we een heerlijk warm bad, dat door het zwavelrijke water ook nog eens heel goed voor je huid is. Net op tijd voor de zonsondergang aan het zwarte lavastrand van Lovina bestellen we een heerlijke cocktail en vers gevangen visje van de barbecue. De perfecte afsluiting van de dag. De volgende ochtend gaan we dolfijnen spotten, maar anders dan anders. Terwijl de andere boten al vóór zonsopkomst vertrekken, vertrekken wij iets later. Wanneer wij aankomen bij de dolfijnen, zijn de meeste traditionele vissersbootjes alweer op de terugweg en hebben we het rijk vrijwel alleen met de dolfijnen. Dan roept onze bootsman: ‘Go in front!’ Ik kruip snel naar voren over het dek en ga op de punt van de boot zitten. Vlak onder mijn voeten zijn de dolfijnen aan het golfsurfen bij onze boot. Wat een geluk, zo dichtbij!
Verder oostwaarts ligt het warmste en droogste deel van Bali: de Karangasem-regio. Amed is een nog rustig plaatsje, waar vooral veel duikers komen vanwege het wrak van een Japans schip dat er net voor de kust ligt. Dit is door de jaren opgebloeid tot een levendig rif vol kleurig koraal, vissen van groot tot klein en veel zeeschildpadden. Je hoeft echter niet per se een duikbrevet te hebben om van dit onderwaterspektakel te kunnen genieten: door de ondiepe ligging kun je ook met een snorkelmasker en paar vinnen het wrak goed verkennen.
Bij de mensen thuis
In een prachtige omgeving van rijstvelden, ergens in the middle of nowhere op Bali, bevindt zich de homestay van de familie Gede, waar we twee nachtjes verblijven. Er zijn slechts vier kamers met uitzicht op de vulkaan en de prachtige vallei. Als gast draai je een paar reizen dagen mee in dit warme gezin. Ik grijp mijn kans om wat handson ervaring op te doen in de Balinese keuken. Vanuit de homestay wandel je dwars door de velden naar het bekende waterpaleis van Tirtagangga, dat bestaat uit waterbassins, fonteinen en beelden uit de hindoe-cultuur. Als paleis is het een belangrijk cultureel object, maar je kunt er ook een verfrissende duik nemen.
Zuiver van ziel
Na ons warme afscheid van de familie Gede gaan we op weg voor ons laatste tempelbezoek van deze reis. In de Tirta Empul-tempel heeft onze gids nog iets heel bijzonders gepland. We zullen namelijk zelf het Melukat-ritueel ondergaan. Melukat betekent zelfreiniging in de Balinese taal en staat dan ook voor een zuiveringsritueel van het lichaam en geest. Het heilige water stroomt uit de rij fonteinen en een voor een gaan we ze langs: drie keer wassen, drie keer drinken, drie keer bidden. Het wordt bijna een mantra in mijn hoofd en ik voel de rust over me heen komen. Als herboren verlaten we de tempel. De laatste dagen relaxen we nog wat aan het strand van Sanur, waarna het helaas weer tijd is om naar huis te gaan. Met een gezegend gevoel verlaten we dit prachtige eiland. Bali, je bent geweldig!