Fietsen door De jardín del turia
Het rivierdal van de Turia is een bijzonderheid. Hier heeft de gemeente in de jaren negentig een revolutionaire beslissing genomen. In het binnenland werd de bedding kunstmatig verlegd, helemaal buiten de stad om, zodat de rivier niet meer voor ongewenste overstromingen kon zorgen.
Voor dit oorspronkelijke stroomdal hadden de planologen eerst bedacht er een fikse weg of spoorlijn in aan te leggen: geweldig makkelijk, zo dwars door de stad. Een praktische en logische invulling als oplossing voor het toenemende verkeer. Maar de inwoners protesteerden. Er kwam een nieuw plan. De negen kilometer groene long werd behouden en ingericht als wandelen fietspark, de Jardín del Turia. En wat een goede zet is dát geweest! Als je zo’n vijfentwintig jaar later ziet hoe dit gebied functioneert in zo’n typische, behoorlijk verkeersdrukke mediterrane stad. Het dal van de Turia is nu een lang lint van rust. Een plek waar je altijd makkelijk toegang toe hebt. Om te spelen, sporten, flaneren, picknicken, mediteren of een lunchwandeling te maken. En dus ook om als toerist doorheen te fietsen. De Turia-tuin heeft steeds andere zones met een andere sfeer. Vijvers, fonteinen, dan weer strakke kanaaltjes met cipressen. Vanaf het Parque de Cabecera, helemaal aan de landinwaartse kant van de Turia, fiets je over een grindpad zo de campo in. Aan het eind van de Turia-tuin kom je in een architectonisch paradijs terecht, met flitsend witte gebouwen in gewaagde visvormen, spiegelende waterpartijen en nevelende fonteinen. Dit is de Ciutat de les Arts i les Ciències, Valenciaans voor ‘de stad van de kunst en wetenschap’.
Klassieke Spaanse 2 stadsparken
Er liggen heel wat parken rond de Turia. Zoals de klassieke Jardines del Real, de koninklijke tuinen met verschillende bijzondere bloemen, subtropische bomen en een flinke rozentuin. Ook een aanrader is het nabijgelegen parkje Jardines Monforte. Tijdens elk seizoen staat er wel een andere beauty in bloei. In het najaar bijvoorbeeld de miraculeuze zijdeboom. Deze komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en behoort tot dezelfde familie als de baobab en de kapokboom. Dat laatste herken je aan de vrucht die er een beetje uitziet als een dikke lichtgroene augurk, waar later een kapok-achtig spul uitpuilt. Uit de bolle stammen werden ook wel kano’s gemaakt. Heel bijzonder zijn de honderden scherpe doorns op de schors.
Botanische tuin Uit 1576
Voor het belachelijke bedrag van 2,50 euro ben je een middagje zoet in deze oude tuin midden in de oude stad. Er is van alles te ontdekken, voor plantliefhebbers, maar ook voor fans van architectuur. Er staan elegante oude kassen uit de negentiende eeuw, er is een vijver met bijzondere waterplanten, een boom met een uitgezaagde poort, er staan dikke palmen en in het granaatappelbosje puilen de vruchten uit. Het terrein is netjes in zevenentwintig gelijkmatige vakken ingedeeld, zodat je heel gericht je favoriete sectie kunt opzoeken. Met medicinale planten, verfplanten, vleesetende planten, vetplanten, cactussen, rozen, tomaten, orchideeën, palmen en bloemen uit Macaronesië, een archipel voor de Afrikaanse kust. Leuke weetjes: de Jardí Botanic de la Universitat de València vindt zijn oorsprong in 1576 en er wonen heel veel katten.
Inkopen voor Je lunch op de Mercado central
Dynamiek! Dat is wel het trefwoord van de Mercado Central en directe omgeving op zaterdagochtend. Verkeersregelaars staan druk het autoverkeer te managen, de terrassen en barkrukken bij stalletjes zitten vol met ontbijtende Spanjaarden en toeristen.
Sommigen hebben hun inkopen voor het weekend alweer gedaan en volle tassen aan hun voeten, anderen duiken zo de drukte in, maar nemen eerst nog een kop koffie. De markthal is tjokvol met z’n 959 kramen waar talloze verse lokale producten worden aangeboden. Een kleurrijke herrie, zowel qua geluid als qua beeld. Heerlijk, zo’n levendige drukte en overal neuzen en speuren naar lekkers voor je picknicklunch. Het idee hier is: dring een beetje voor, bestel in je beste Spaans, desnoods met Google Translate als souffleur en doe vrolijk mee met dit zaterdagochtendritueel.
Russafa en het Parque central
Een van de hippere buurtjes is Russafa en dat gaat alleen nog maar meer ‘boomen’ doordat het Parque Central zojuist is geopend. Dat is gerealiseerd op een oud spooremplacement en wordt het groene sociale hart van de stad, doordat het Russafa met de wijk Malilla verenigt. Tot voor kort liep daar een barrière door in de vorm van een spoorlijn. Er zijn 1.000 bomen, 85.000 struiken en 70 kruidensoorten geplant en er komt een moestuin en bloementuin. Uiteindelijk wordt het een park van 66 hectare.
Slurpen van Horchata de chufa
Oeroud, maar inmiddels een hip vegan drankje, is horchata. Het wordt gemaakt van de chufa, dat in het Engels tigernut heet. Chufa’s zijn echter geen noten, maar kleine knolletjes aan het uiteinde van een grasachtige plant. Op de akkers rondom Valencia worden ze geplant en geoogst van het late najaar tot in de winter. Je kunt ze rauw of gedroogd als snack eten. Voor horchata worden de gedroogde bruine knolletjes urenlang geweekt in water, daarna gemalen en vervolgens wordt van de pulp een drankje gebrouwen door het te zeven en aan te lengen met water en suiker. Het drankje gaat al terug tot de achtste eeuw. Toen de Arabieren enkele eeuwen later hun cultuur introduceerden in het Middellandse Zeegebied, kwam het melkachtige drankje in Spanje terecht, mede omdat het knolletje in deze delta en het milde klimaat goed groeit. Inmiddels heeft horchata een nieuwe impuls gekregen als ‘superfood’.
Slurpen van horchata de chufa paella eten aan het strand
Bij de haven en het strand Playa de Malvarrosa kun je chique en supersmakelijke paella lunchen bij de luxe Marina Beach Club/ El Portet, of bij het wat gewonere Panorama even verder op de pier. Aan horeca op het strand en in de haven is sowieso totaal geen gebrek, dus zoek je eigen favoriete tentje uit. Als er paella negra op de kaart staat: probeer eens, deze is echt gitzwart gekleurd met inktvisinkt. Smaakt fantastisch, wel een beetje zout.