Door de ruige natuur van Nieuw-Zeeland wordt een dag op pad gaan met een Kiwi al snel avontuurlijk. Een perfecte combinatie voor de roadtrip van Demi (24) en haar vriend over het Zuidereiland: avontuur en ontmoetingen met de lokale bevolking.
Ontdekkingsreis door Doubtful Sound
Geen telefoon, internet en televisie, maar twee dagen lang de wildernis van het natuurparadijs de Doubtful Sound. We stappen aan boord van een cruise en maken met een klein gezelschap een ontdekkingsreis naar verborgen inhammen en afgelegen eilanden. En ook het eeuwenoude regenwoud, de ruige bergen en kletterende watervallen. Halverwege de cruise gaan we kajakken. We hebben geluk, want de lokale bevolking – dolfijnen en pelsrobben – vergezelt ons. Zelfs de kea-vogel spotten we. De kea is onder de papegaaien de nieuwsgierigste en slimste soort. Aan het eind van de dag genieten we van de zonsondergang met een glas Nieuw-Zeelandse wijn. Als het donker is, zien we vanaf het dek de sterrenhemel. De Doubtful Sound is een van de veertien fjorden van het 1,2 miljoen hectare grote Fiordland National Park. Het nationale park is te vinden in het zuidwesten van het Zuidereiland. Het bekendste fjord is de Milford Sound. De Doubtful Sound is meer afgelegen, minder toeristisch en zeker net zo mooi.
Hook into it, mate
“Hi, really nice to meet you. I am Pete, Crazy Pete from Makarora.” Zo verwelkomt Pete ons bij zijn lodge, op zo’n vier uur rijden vanaf de Doubtful Sound. Pete lijkt wel een Nieuw-Zeelandse karikatuur met zijn lange grijze haren, dikke snor en een sigaretje in zijn mond. Vraag aan een van de 72 inwoners van Makarora of ze Crazy Pete kennen en ze zullen volmondig ‘ja’ zeggen. Al snel deelt Pete het menu voor vanavond. “Whitebait pancakes, very lekker”, glundert hij. Het blijkt een Nieuw-Zeelandse delicatesse te zijn van rauwe vis en een geklutst ei dat hij bereidt op zijn Kiwi-barbecue. “Hook into it, mate”, zegt Pete voordat we de eerste hap twijfelachtig naar onze mond schuiven. Oké, het is lekker. Echt lekker!
Wind door de haren in de Shelby Cobra
We worden wakker met het geluid van schapen en lammetjes. Janine, de vrouw des huizes, heeft een vers ontbijt klaargemaakt. Terwijl we ontbijten met uitzicht op de Wilkin Valley blijkt Pete al in de garage te zijn om zijn jongensdroom op te poetsen. Met wat gebrom horen we zijn Shelby Cobra, bekleed met schapenhuiden, uit de garage komen. En alsof het nog niet gek genoeg is, vraagt Pete ons om de beurt mee te gaan voor een avontuurlijk ritje.
Tramping door Siberia Valley
Makarora is een goede uitvalsbasis om het bekende Mount Aspiring National Park te bezoeken. Het dorpje ligt namelijk aan de rand van het nationale park dat bekend staat om de rivieren, gletsjermeren en besneeuwde bergtoppen. We zetten de hoogtevrees aan de kant, stappen in onze wandelschoenen en trekken een waterdichte jas aan. Vandaag ontdekken we het nationale park vanuit de lucht, te voet en vanaf het water. De helikopter zet ons af in de afgelegen Siberia Valley. Hiervandaan wandelen we drie uur lang door de vallei en langs de rivier. Iets wat de Nieuw-Zeelanders zelf ‘tramping’ noemen. Aan het eind staat een jetboat op ons te wachten, waarmee we als het ware over de Makarora River en Wilkin River vliegen.
Over de groene vlaktes
Van Makarora rijden we door mooie ansichtkaarten naar Tekapo, waar we onder andere het azuurblauwe meer bewonderen en over de Tasman Glacier hiken. De roadtrip vervolgen we naar het dorpje Peel Forest, op anderhalf uur rijden van Tekapo. We ruilen de auto hier in voor de twee paarden Andy en Debbie. Bert How is hun eigenaar. De goedverzorgde dieren matcht hij met ons, zodat zowel wij als het paard een leuke dag hebben. Samen galopperen we door de bossen van Peel Forest Park. We doorkruisen rivieren en rijden over heuvels. Het letterlijke hoogtepunt is Mount Peel, waar we genieten van het uitzicht op de groene vlaktes van Canterbury Plains.
Van boer naar verhalenverteller
Aan de West Coast bezoeken we de vallei van de lokale legende Johnny Currie en zijn honden. Johnny is te herkennen aan een wilde grijze baard, rubberlaarzen, modderige spijkerbroek en een ietwat ronde buik. Hij was ooit boer, houthakker en hertenjager, maar heeft het nu beperkt tot verhalenverteller. We mogen van Johnny eigenlijk niet zeggen dat zijn vallei aan de West Coast ligt. Het ligt volgens hem in het veel mooiere Buller District. “The West Coast has got the views, the glaciers, the mountains. We have the specialities, like our own Pancakes Rocks and the Maori Cave.”
You are not going to be a bushman
Voor de beste uitzichten stappen we al om zeven uur ‘s ochtends in de four-wheel drive van Johnny’s vriend Mickey. We maken een off-road tocht door de vallei en halen Johnny onderweg op bij zijn huis. De vallei draagt de naam Awakari Valley en naast Johnny leven hier ook edelherten. Bij een uitkijkpunt spotten we deze edelherten in hun groene omgeving. Rond lunchtijd komen we aan bij een hut, waar de zoon van Johnny de open haard heeft aangestoken. Terwijl wij onze meegebrachte bammetjes eten, vertelt Johnny bij de open haard verhalen over de vallei en de geschiedenis. Hij komt uit het stadje Charleston en heeft jaren geleden gekozen voor het back-to-basic leven. Terwijl zijn vader nog zo zei: “When you finish school, you go to town and get the apprenticeship. You are not going to be a bushman”. Toch besloot de eigenwijze Johnny de Awakari Valley te kopen, een paradijs dat hij nu deelt met de buitenwereld.
Beeld TravelEssence